Patries Worm

  • Veerkracht

     4,31
    Als je gevlucht bent uit je eigen land heb je vaak moeilijke en nare dingen meegemaakt. Deze dingen hebben vaak te maken met gevaar, onveiligheid, geweld, dood, pijn en verwondingen. Het gaat om dingen die echt gebeurd zijn of waarvoor je bang bent geweest dat ze zouden gebeuren. Je kunt de dingen zelf hebben meegemaakt. Je kunt de nare dingen ook gehoord hebben van en gezien hebben bij anderen. Als je gevlucht bent heb je vaak veel moeten achterlaten; mensen die belangrijk voor je zijn, zoals opa’s en oma’s, je vrienden, kinderen uit de buurt, schoolgenoten, het huis waarin jullie woonden, (huis)dieren en nog veel meer… Dit werkboek is voor jou. Het is bedoeld om je te helpen vertellen wie je bent en wat je hebt meegemaakt. Ook staat erin hoe dingen in je hoofd en lijf werken bij (te) veel stress. Wat je er zelf aan kunt doen en hoe volwassenen je kunnen helpen om de stress kleiner te maken. Je krijgt ook uitleg over hoe dingen in Nederland gaan en werken. Achter in dit werkboek staat ook informatie voor jouw ouders/verzorgers en andere mensen die nu voor je zorgen (bijvoorbeeld de mensen bij wie je woont, op school, in het AZC). Je mag in dit werkboek lezen, schrijven, tekenen en kleuren. Jij mag iedereen in het werkboek laten lezen, maar jij mag zeggen welke mensen dit zijn en wat ze mogen lezen. We zijn benieuwd naar de dingen die jij hebt meegemaakt! Je mag alles vertellen, ook al weet je niet precies meer wat er is gebeurd. Het gaat erom hoe jij het onthouden hebt in je hoofd en in je lijf en hoe je je er nu bij voelt. Samen met jou kijken we hoe het met je gaat! We willen graag weten of het nu goed (genoeg) met je gaat en wat je eventueel nodig hebt om je weer goed te voelen. Als je hulp nodig hebt, bespreken we samen met jou en de mensen die belangrijk voor je zijn hoe die hulp er het beste uit kan zien. Het is belangrijk dat er met jou en niet over jou gepraat wordt. In dit werkboek bespreek je misschien ook dingen die belangrijk zijn om met jouw ouders/verzorgers te delen. Jij mag meedenken over welke dingen je wel en niet met hen wilt delen, en hoe en wanneer dat gebeurt.
  • Praatboek

     4,31
    Het Praatboek is voor kinderen in de basisschoolleeftijd die onveilig opgroeien en daardoor te maken krijgen met veiligheidsafspraken. Het laat kinderen meer grip ervaren op het doorgaans ingewikkelde en ingrijpende traject van jeugdbescherming. Het kan worden gebruikt in gesprekken met medewerkers van Veilig Thuis, het wijkteam, jeugdbescherming, Raad voor de Kinderbescherming en/of hulpverlening die is gericht op het verbeteren van de veiligheid. Deze professionals kunnen dit boek aan kinderen verstrekken en er met hen in werken. Het boek is gericht op het invullen van feiten, beleving en wensen t.a.v. de individuele situatie van het kind en de veiligheidsafspraken die gemaakt worden met het gezin. Het is het eerste hulpmiddel dat is ontwikkeld voor kinderen zelf, om hen te vergezellen tijdens het gehele traject en door de hele keten van jeugdbescherming. Ze vullen het gedurende dit traject stukje bij beetje in met verschillende professionals die ze in dit proces tegenkomen.

Titel

Ga naar de bovenkant